-Als iedereen hier komt, kom ik hier ook met één van m'n oneshots. Aandachtstekort-
______
Bebloede handen voor het netvlies. Een beeld dat nooit meer verdwijnen zal, en de mensheid kwellen wilt. Kwellen voor de eeuwigheid, zodat elke mens, stuk voor stuk, beseft wat hem is aangedaan. Het voelde voor hem als een noodzaak, om zijn geweten te sussen. Een geweten dat nooit gesust hoefde te worden als hij het nooit gedaan had. Maar hij had het gedaan, en nu. Nu stond hij er, vol krankzinnige woede en verlangend naar wraak, en ging hij onterechte straffen uitdelen. Misschien zinloos, maar de mengeling, componenten van haat, moest gereduceerd worden tot een zuivere stof. Een zuivere stof van rust? Maar nu, nu liepen de componenten woede en haat er nog tussendoor. Die, die moesten gekristalliseerd worden, en verdwijnen. Ja, zo moest het gaan. Maar eerst, het proces kristalliseren. En daar ging hij voor zorgen, zonder wapens die men zou beangstigen. Maar meer dan genoeg dingen die op het eerste zich normaal leken. Maar normaal uitziende dingen waren de gevaarlijkste. Dat kon je van hem aannemen. Het enige waarop je kon vertrouwen, bij hem. Maar er moest in elk geval één ding zijn. Maar het maakte niet uit. Geen nagels op het schoolbord, een krijtje op het schoolbord. Een krijtje, krijtstof. Een allergische reactie, en eerste wraakactie voltooid. Zo zat hij in elkaar, hij kon overal mee uitpakken. Een van de weinige talenten van een oude, verbitterde man die nu uit het raam keek en zich verzuchtte over de tijden van weleer. Glorieuze tijden, de tijden waarin hij de ster aan de hemel was. De tijden dat niemand nog dacht aan wanneer de wereld vergaan zou, de tijden dat iedereen alles uit de dag plukte. Toen, de zwartste dag uit zijn geschiedenis. Het begin van de oorlog, waar hij aan had meegedaan. Waar hij de doder was geweest. En nu, nu zat iedereen te lachen, te huppelen en de wereld te verwoesten. De wereld waar hij voor had gestreden. Ze vernielden de tijdsgeest, alles wat ooit écht was geweest. Nu was alles surrealistisch. Bebloede handen voor zijn netvlies. Handen die alles hadden opgegeven voor het vaderland, handen die mensenlevens hadden weggenomen. Voor niets. En daarom, daarom ging de oude man de wereld straffen. Straffen voor alles wat ze hém hadden aangedaan. Straffen voor hun eerzucht. Hun macht. Hun leven.
Bebloede handen voor zijn netvlies, handen die eerst trilden. Maar daarna zelfverzekerd het oude wapen oppakten. ‘Hallo Suzy,’Klonk een hese stem. Suzy, zijn wapen dat hij had bijgehouden.
Suzy ging opnieuw in gebruik genomen worden. Maar dit keer voor een nobeler doel.